009. Wieringen


Wie wil er mee naar Wieringen varen

's Morgens vroeg al in de dauw
Met een mooi meisje van achttien jaren
Dat zo graag naar Wieringen wou?


Refrein:

Schipper ik hoor de hanen kraaien
Schipper ik zie de vlaggetjes waaien
Stuurman, laat je roer maar gaan
Dan zullen wij spoedig op Wieringen staan.

Als wij dan straks op Wieringen komen,

Zien wij zoveel boeren daar staan.

Die er het spek met lepels vol eten,

Je zou er wel om naar Wieringen gaan.


Refrein:


Straks in de herberg 't Vergulde Poortje,

Daar verkopen ze brandewijn.

Een potje vol al om een oortje,

Suiker en kaneel erbij.


Refrein: + 2 laatste regels herhalen