070. De Noordzee
"DE NOORDZEE"
Daar zeilde op de noordzee, de noordzee wijd en koud een schip zo zwaar beladen met 's werelds ijdel goud
Daar kwam de spanjaard dreigen te roven onzer goud toen we voeren op de noordzee, de noordzee, de noordzee Al op de noordzee wijd..... en koud
't was onze jongste makker een jongen sterk en koen die sprak al tot den schipper wat zult gij aan mij doen wanneer ik wil gaan zwemmen en ginds het spaans galjoen doen zinken in de noordzee de noordzee de noordzee al in de noordzee zink.....en doen.
Ik zal u geven zilver een wapen en blazoen mijn eigen jongste dochter zal ik u huwen doen wanneer gij wilt gaan zwemmen en ginds het spaans galjoen doen zinken in de noordzee de noordzee, de noordzee al in de noordzee zink.....en doen.
De jongen bad de hemel sprong dadelijk overboord en heeft in vijand's scheepswand drie gaten toen geboord en van de trotse spanjaard is nimmer meer gehoord op heel de wijde noordzee de noordzee de noordzee op heel de noordzee meer..... gehoord.
Toen zwom hij naar het schip en de mannen juichten luid maar onze schipper gaf hem zijn dochter niet tot bruid al smeekte ook de jongen haalt mij het water uit, de schipper gaf de noordzee de noordzee, de noordzee gaf hem de noordzee als..... zijn bruid.
Toen zwom hij om het schip heen hij was zo koud en moe vol bitterheid en wanhoop riep hij zijn makkers toe och makkers haalt mij op want ik ben het zwemmen moe mij trekt de koude noordzee de noordzee de noordzee mij trekt de noordzee naar..... zich toe
Zijn makkers redden hem toen maar op het dek stierf hij laat 1,2,3 in godsnaam dreef weg met het getij De koene jonge zeeheld veel jonger nog dan wij en zonk toen in de noordzee de noordzee, de noordzee en in de noordzee weg....zonk hij.