073. Batje Vier

BATJE VIER   


"Leve de man die het bier uitvond,

Hiep-hiep-hiep-hiep.... hoera !"

Zoveel duizend jaar terug, ons land was enkel zee

Dronk men in China uit verveling thee

Maar wat een geluk voor ons, kwamen zij toen niet naar hier

Maar Batje Vier kwam langs de Rijn op een lekker vatje bier

refrein:

Al .., kreeg 'ie nooit 't lintje van verdienste op z'n borst,

Dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst

(nee-nee-nee-nee)

Dus maak je borst en je glas maar nat en zeg ons plechtig na,

Leve de man die het bier uitvond van je hieper-de piep hoera

("Leve de man die het bier uitvond !"

"Ja,ja,ja, jong..., dat weten we nu wel !")

En in Biervliet woonde een man, Jan-Willem Beukelszoon

Dat 'ie haring kaakte vindt men nu heel gewoon

Maar hij heeft dat idee vast bij een biertje opgedaan

Bier daar vliet de lustig zo, kwam Biervliet aan zijn naam

refrein herhalen

("Leve de man die ..., Ja-ja-ja, alsjeblieft, het is goed !")

Nee, de oude Griekse tijd, dat zou voor ons niks zijn

Daar gaven ze voor straf een giftige beker wijn

Als 't nou bier geweest was, dan dronk je 't met plezier

Dan zaten alle Grieken nou, nog levenslang met bier

refrein herhalen

("Leve de man.......", "Ja-ja-ja, 't is goed, 't is goed ...")

Ja, we danken nu bij deze, de ontdekker van 't glas

De maker van het vat, van tapkraan en koolzuurgas

Maar voor de allergrootste, voor hem houden wij hier ...

Drie seconde stilte voor de ontdekker van het bier

("Een-twee-drie !")

refrein herhalen

"Hiep-hiep-hiep-hiep, hoera!"